Vertaling negende brief

 

Monseigneur,

Daar u helemaal niet hebt geantwoord op onze laatste brief, die op 5

juli in Brussel werd gepost en waarbij u een uitstel van tien dagen

gelaten werd, om te kunnen overwegen welk gevolg eraan gegeven moest

worden, besluiten wij hieruit dat u van uw kant uw

verantwoordelijkheid opneemt. De toestand is dus zeer duidelijk. U

offert de R.R. op aan een geldkwestie en de wijze van uitwisseling,

nadat u uw essentiële belofte niet bent nagekomen. Zo bent u in het

bezit gekomen van de S.J. voor een bespottelijke som van 25.000

frank maar u verliest, terzelfder tijd, het kostbaarste van de twee

schilderijen.

Wij, van onze kant, hebben onze beloften gehouden.

Maar daar de materiële breuk van ons afhangt, zullen wij u nog een

laatste gelegenheid laten om ons nog te bereiken door een antwoord

dat wij op de gewone wijze zullen lezen in het nummer van La

Dernière Heure van 28 juli. Indien op dat ogenblik geen gunstige

oplossing is totstandgekomen, zal het de definitieve breuk

betekenen, met alle gevol-gen die daaraan verbonden zijn.

En geen mens ter wereld, zelfs niemand van ons, zal nog de

gelegenheid hebben het onsterfelijke werk te zien, dat voorgoed

verdwenen zal zijn. Het zal blijven waar het thans berust, zonder

dat iemand het nog kan aanraken.

Dat zal de draagwijdte zijn van uw beslissing...

Gelieve te aanvaarden, Monseigneur, de verzekering van onze

eerbiedige hoogachting.

D.U.A.

 
     
     
     
     
   
 
ErDaSys (c) 2004