Hilde Sabbe
2000-10-02
De Morgen

Rusten rechtvaardige rechters in de crypte van Albert I?

De rechtvaardige rechters, het gestolen paneel van het beroemde Lam Gods, zou te vinden zijn in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Laken, meer bepaald in de crypte van koning Albert I. Volgens de Antwerpse politieagent Chris Noppe verwijst de vermeende dief, Arsène Goedertier, op verschillende manieren expliciet naar deze plek, onder meer door een geheime code in de brieven die hij over de diefstal schreef. Noppe bereidt daarover nu ook een boek voor en hoopt dat zijn aanwijzingen de publieke opinie ertoe zullen aanzetten een nieuw onderzoek aan te vragen naar een van de meest gezochte kunstwerken in ons land.

Noppe, die tot vorige maand werkzaam was bij de dienst interventie van de Antwerpse politie - "nee, nooit speurwerk gedaan" - en nu verantwoordelijk is voor de bewaking van het diamantkwartier, raakte in de ban van De rechtvaardige rechters na een Panorama-uitzending zes jaar geleden over de reconstructie van de diefstal. Na het lezen van het boek van de vroegere Gentse politiecommissaris Mortier en journalist Noël Kerckhaert over de mysterieuze diefstal verdiepte Noppe zich op zijn beurt in de zaak. "Wat mij vooral fascineert, is dat het hier om een echt gebeurd verhaal gaat", aldus Noppe.

Een eerste aanwijzing vond Noppe in de gelijkenis tussen de kerk in Laken en de kerk die op het Lam Gods, van de gebroeders Van Eyck, is getekend. "Toen is bij mij het idee opgekomen - vraag me niet waarom, waarschijnlijk uit mijn onderbewustzijn - om enkele plaatsen door een lijn met elkaar te verbinden. Als je het Antwerpse justitiepaleis verbindt met dat van Brussel, loopt de lijn over de kerk van Laken. Idem dito als je de Sint-Janskerk in Brussel verbindt met die in Antwerpen. Het justitiepaleis symboliseert De rechtvaardige rechters, de kerken symboliseren het paneel dat Goedertier teruggaf. En ook als je de Sint-Baafskerk, waar het doek gestolen is, verbindt met het huis van Goedertier in Wetteren, kom je uit op de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Laken. Goedertier zag de hele zaak waarschijnlijk als een boodschap van God."

Noppe beschrijft Goedertier verder als een mythomaan die ervan overtuigd was dat het Lam Gods niet de kerk, maar wel de staat toebehoorde. En die staat werd verpersoonlijkt door koning Albert I, voor wie Goedertier een grote bewondering zou hebben gehad. Goedertier zei de koning te kennen omdat hij van het staatshoofd een medaille als weldoener had ontvangen.

Vervolgens ontdekte Noppe, die over zijn navorsingen met niemand een woord repte, een geheime code in de negen brieven die de vermeende dader, Arsène Goedertier, over de diefstal heeft geschreven. De adressen van waar de brieven zijn verstuurd, liggen op dezelfde lijnen. Dat was voor mij de ultieme bevestiging van mijn vermoedens."

Volgens Noppe zijn De rechtvaardige rechters verdwenen in 1934, enkele maanden na de dood van koning Albert I en op het ogenblik dat in de crypte van de Lakense kerk werd gewerkt. Maar hoe verklaart hij dan dat het doek niet werd teruggevonden bij de begrafenis van koningin Elisabeth in 1965? "Wie zegt dat het doek niet teruggevonden is", luidt zijn repliek, en hij verwijst naar de uitspraken van de Antwerpse architect Max Winders, die instond voor het beheer van het patrimonium van de Brusselse kerken. Die zou hebben verklaard dat hij De rechtvaardige rechters nog had gezien na de diefstal. "De hele geschiedenis van de verdwijning van het paneel is doorspekt met onregelmatigheden en tegenstrijdigheden", aldus Noppe. "Het enige wat ik kan aantonen is dat de vermeende dief specifiek en expliciet naar deze plaats, de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Laken, heeft verwezen. Of het doek er ook nog ligt, kunnen we alleen maar gissen.

"Ik wijs in een bepaalde richting, en het zal afhangen van de publieke opinie of er nu nog iets gebeurt. Ik kan niet verder: zij die de bevoegdheden hebben moeten maar stappen ondernemen als ze het nodig vinden. Overigens denk ik niet dat het nodig is dat men de crypte openmaakt: infraroodfoto's moeten volstaan."

 
     
     
     
     
   
 
ErDaSys (c) 2004