Eric Bracke
1998-12-07
De Morgen

Het verborgen thema in het vredige Lam Gods

Verbluffende nieuwe hypothese omtrent Hubert van Eyck en 'Het Lam Gods'

Volgens de Nederlander Peter Voorn was Hubert van Eyck een geniaal Zwitsers kunstenaar en was zijn vermeende broer Jan zijn leerling. Onder de picturale schittering van het veelluik Het Lam Gods ziet Voorn een ingenieuze opbouw waarin de machtsverhoudingen ten tijde van het concilie van Konstanz zijn gevat. Het op het eerste gezicht vredige, mystieke altaarstuk, dat Joos Vijdt bij wijze van boetedoening zou hebben besteld, wordt op die manier een bewogen tijdsdocument.

Peter Voorn heeft gevoel voor drama. De 39-jarige kunstenaar en autodidactische kunsthistoricus spreekt af onder de Dom in Utrecht. Later zal in ons gesprek blijken dat hij Utrecht en de Dom een belangrijke rol toeschrijft in het beroemde altaarstuk Het Lam Gods. Terwijl we naar een café lopen, vertelt Voorn dat hij nu met een en ander naar buiten komt "omdat ze onder mijn duiven aan het schieten zijn." Blijkt dat iemand voor wie hij in Gent een tipje van de sluier heeft opgelicht, nu zelf naar Konstanz is gereisd. Hij vreest dat men hem de loef wil afsteken door, voor zijn boek uit is, met de onthullingen naar buiten te komen. "Ik heb alles bij de notaris gedeponeerd." Had hij die notities maar meegebracht: de volgende twee uur bedelft de gedreven onderzoeker ons onder een vloed van gegevens.

Voorns bevindingen zijn verbluffend. De hypothese dat Hubert de leermeester zou zijn geweest van Jan van Eyck vraagt om kritisch onderzoek. Voorn ziet zeker geen tegenspraak in het Latijnse kwatrijn dat 'opdrachtgever' Joos Vijdt in 1432, het jaar van de inhuldiging, op de lijst van Het Lam Gods liet plaatsen. Daarin wordt Hubert geprezen als de grootste van alle schilders en Jan, die het werk afmaakte, als de tweede. Na de naam van Jan staat tussen haakjes 'frater', maar volgens Voorn slaat dit op hun 'kunstbroederschap'. Er is ook de regel van het grafschrift van Hubert van Eyck: 'Hubrecht van Eyck was ick ghenant'. "Ghenant is Duits voor genoemd", zegt Voorn en hij besluit uit deze regel tevens dat de schilder niet echt Van Eyck heette. Het ontbreken van meer sporen van het leven en werk van Hubert laat ruimte voor hypotheses. Emiel Renders stelde ooit dat Hubert, die niet ingeschreven stond bij het Sint-Lucasgild in Gent, helemaal niet bestaan heeft. Volgens Voorn is Het Lam Gods echter de verdienste van Hubert en is het aandeel van Jan minder belangrijk. Hij meent dat Hubert vóór zijn Gentse periode de in Konstanz verblijvende Zwitserse schilder en intellectueel Hans Krutli was. (Voorn meent ook in een van de tegels op het paneel met de musicerende engelen de initialen HK te ontwaren.) In een archiefstuk in Konstanz wordt Hans Krutli beschreven als de grootste schilder van zijn tijd, thuis in alle kunsten. Wegens de Hussietenoorlog zou hij het altaarsstuk dat hij in Konstanz begonnen was, met de hulp van Jan, naar Gent hebben vervoerd. Hier zou de paneelschilder de makkelijker uit te spreken Hubert van Eyck hebben aangenomen. Wellicht beschouwde hij Jan als een verwante schildersziel.

In Peter Voorns uiteenzetting klinkt vooral de thematische interpretatie van het altaarstuk erg plausibel. Niemand heeft tot nu toe een echte samenhang gezien in de vijf onder- en zeven bovenpanelen van Het Lam Gods. Sommige onderzoekers geloven dat Hubert van Eyck aanvankelijk een groot drieluik had gemaakt en dat Jan van Eyck het daarna omvormde tot een reusachtige polyptiek. Wel steunde het geheel aanvankelijk nog op een onderstuk of predella beschilderd met helletaferelen. Voorn meent dat Hubert van Eyck de polyptiek van het begin af precies zo, volgens een minutieus grondplan, heeft geconcipieerd."De Zwitsers zijn niet voor niets horlogemakers", zegt hij. Het bindende thema in het veelluik zijn de machtsverhoudingen, op geestelijk en wereldlijk gebied, tijdens het concilie van Konstanz.

In de Duitse stad Konstanz in Baden-Würtemberg kan men vandaag nog steeds het Kaufhaus of 'Konzilgebaude' aantreffen. Voorn stelde ook vast dat de weide waar de delegaties voor het beruchte concilie verzamelden 'het paradijs' heet. Met het concilie dat op 5 november 1414 begon, wilde de initiatiefnemer, de Duitse koning Sigismund, het Westers Schisma oplossen en zijn eigen prestige verhogen. De katholieke kerk had op dat moment drie Pausen: in Avignon troonde Benedictus XIII, in Rome Gregorius XII en dan was er nog Johannes XXIII, die op het mislukte concilie in Pisa (1409) tot paus was verkozen. In Konstanz was alleen Johannes XXIII aanwezig, die hoopte de enige paus te worden. Toen bleek dat er vele bezwaren tegen zijn persoon waren, vluchtte hij. Sigismund en Jean Gerson konden de aanwezige kardinalen, bisschoppen, abten, geleerden en politieke afgevaardigden overtuigen om te blijven. Johannes XXIII werd afgezet en in 1417 werd Martinus V (Oddone Colonna) tot enige Paus verkozen. De stemming gebeurde voor het eerst door delegaties van vijf naties: de Italiaanse, Duitse, Franse, Engelse en, later bijgekomen, Spaanse delegatie beschikten elk over een stem. De naties zijn volgens Voorn prominent in Het Lam Gods aanwezig: Sigismund van Luxemburg is op het middenpaneel afgebeeld en de zes personages achter de kruisridders op het zijpaneel zijn de opeenvolgende Franse koningen Karel I tot Karel VI. Op het uiterste zijpaneel van De Rechtvaardige Rechters zijn onder meer de hertogen van Bourgondië te herkennen. De zijpanelen aan de andere kant staan voor de Spaanse en de Italiaanse delegatie. Op de troon zit volgens Voorn niet God, maar een soort metaforische paus, die teruggaat op de literatuur van Thomas van Aquino. De Maria aan zijn rechterzijde zou Maria van Anjou zijn en in Johannes de Doper aan de andere kant herkent hij de al in 1400 overleden Richard II van Engeland.

Verschillende auteurs noemen het concilie van Konstanz als belangrijk voor Het Lam Gods, maar blijven daar voor het overige vaag over. Peter Voorn daarentegen benoemt tientallen personages individueel en argumenteert hoe ze in het conceptuele geheel passen. Voorn steunt onder meer ook op tekeningen die hij in de Richentalkronieken over het concilie heeft aangetroffen in het Rosgartenmuseum in Konstanz. Die kunnen als een soort voorstudie van delen van het altaarstuk worden opgevat. Maar Het Lam Gods is uiteraard meer dan een kroniek. Op het grote centrale paneel staan ook denkers en theologen die al lang dood waren ten tijde van het concilie. Hubert heeft hen tussen de andere personages afgebeeld vanwege het belang van hun theologische opvattingen. Zo herkent Voorn de franciscaner Bonaventura (1221-1274), verdediger van de bedelorden en na Thomas van Aquino de grootste theoloog van de middeleeuwen. Van Eyck heeft ook verwijzingen naar de joodse en Arabische literatuur verwerkt.

Voorn schrijft de schilder voorts sympathie voor de reformatie toe. Hubert heeft de man die de Praagse hervormer Jan Hus moet voorstellen (hij werd op 6 juli 1415 tijdens het concilie in Konstanz verbrand) als eerbetoon een met diamanten bezette muts opgezet. Hus werd als een ketter beschouwd omdat hij de wereldlijke en geestelijke macht van de paus aanviel. Ook de medestander van Hus, Hiëronymus van Praag, werd op de weide in Konstanz verbrand. Beiden waren ze de opvattingen genegen van de Engelse theoloog Wycliff, van wie vele stellingen op het concilie werden veroordeeld. Hus hield in tegenstelling tot Wycliff en Hiëronymus van Praag wel vast aan de transsubstantiatie. Dit beginsel, dat bepaalt dat brood en wijn in de eucharistie veranderen in het lichaam en bloed van Jezus, stond op het concilie ter discussie.

Zulks doet ons met andere ogen naar het centrum van het altaarstuk kijken. Dat stelt Het Lam Gods (symbool voor Christus) voor op het altaar: de straal bloed uit het lam gulpt in de miskelk en maakt spatten op het witte altaarlaken. Misschien is Het Lam Gods een uitbeelding van liturgische thema's, maar kan het tegelijk ook niet een explosieve neerslag zijn van de woelige tijd waarin het concilie plaatsvond?

Morgen: Bevat het grondplan van Het Lam Gods de sleutel voor de vindplaats van het verdwenen paneel van de Rechtvaardige Rechters? Deze tekening uit de Richentalkroniek vertoont gelijkenissen met de Rechtvaardige Rechters. (© Rosgartenmuseum Konstanz, fol.75.b)

 
     
     
     
     
   
 
ErDaSys (c) 2004